Het beleidsbesluit rondom de aanpassing naar de Wet toekomst pensioenen (Wtp) behandelt technische fiscale knelpunten die zijn ontstaan bij het invaren van bestaande pensioenrechten. Hierdoor wordt voorkomen dat bepaalde pensioenuitkeringen zoals ingegane prepensioenen, overbruggingspensioenen en wezenpensioen niet meer zouden voldoen aan het fiscale kader, wat ongewenste financiële gevolgen voor de betrokken deelnemers zou hebben.

Dit beleidsbesluit bevat drie specifieke goedkeuringen, elk gericht op een specifiek type pensioenuitkering die geraakt wordt door de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel:

  1. Prepensioen De goedkeuring maakt het mogelijk dat prepensioenen, ondanks de nieuwe regels, na invaren behouden blijven en dat deze als variabele uitkeringen mogen worden uitgekeerd in plaats van alleen vaste uitkeringen.
  2. Overbruggingspensioen De goedkeuring zorgt ervoor dat ingegane overbruggingspensioenen niet verplicht hoeven te worden omgezet in een levenslang ouderdomspensioen, om nadelige financiële gevolgen voor deelnemers te voorkomen.
  3. Wezenpensioen De goedkeuring maakt het mogelijk dat aanspraken op wezenpensioenen, opgebouwd of ingegaan vóór het invaren, blijven uitkeren tot maximaal de leeftijd van 30 jaar, zoals eerder gebruikelijk was, in plaats van de nieuwe grens van 25 jaar.

Deze goedkeuringen bieden tijdelijk een aansluitend fiscaal overgangsrecht, in lijn met de civiele wettelijke regelingen, totdat dit per 1 januari 2026 in wetgeving wordt vastgelegd.