Een vrouw treedt in dienst bij een bedrijf op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst eindigt na ruim drie maanden van rechtswege. Daags erna sluit zij opnieuw een arbeidsovereenkomst met deze werkgever, voor twaalf maanden. En daags na het aflopen daarvan komt er weer een arbeidsovereenkomst, ook voor twaalf maanden. Na enkele maanden meldt zij zich ziek en vertrekt ze naar het buitenland. Dan laat de werkgever weten dat de laatste arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd.
Onbepaalde tijd
Daar is de vrouw het niet mee eens. Zij stelt dat haar bestaande arbeidsovereenkomst (de laatste die is aangegaan) is omgezet naar een contract voor onbepaalde tijd. De vrouw beweert dat zij in de periode voorafgaand aan de eerste arbeidsovereenkomst al werkzaamheden verrichtte voor deze werkgever. Uit een verzekeringsbericht van het UWV blijkt dat zij dat jaar 900 uren voor deze werkgever heeft gewerkt. De werkgever kan niet aantonen dat deze 900 uren zijn gewerkt ten tijde van de arbeidsovereenkomst van ruim drie maanden of tijdens de latere twee arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter concludeert dat de vrouw al vóór de arbeidsovereenkomst van drie maanden werkzaamheden heeft verricht. Het gaat dus niet om drie, maar om vier opvolgende arbeidsovereenkomsten.
Ketenregeling
Als er meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar opvolgen met tussenpozen van maximaal zes maanden, dan wordt de laatste overeenkomst als een overeenkomst voor onbepaalde tijd beschouwd. Zo ook in deze zaak. Dit leidt ertoe dat de opzegging door de werkgever in strijd is met de wet. De kantonrechter vernietigt deze opzegging dan ook. De kantonrechter wijst de doorbetaling van het loon af, omdat de vrouw zich enkele maanden niet beschikbaar heeft gehouden voor werk.